De Venus van Wessem

Hergebruik van Romeins bouwmateriaal #

Na de Romeinse periode raakten veel bouwwerken uit die tijd in verval. Het bouwmateriaal werd o.a. hergebruikt, o.a. bij de bouw van de eerste kerken. In Wessem is daardoor een beeldhouwwerk uit de Romeinse periode bewaard gebleven.

De Venus van Wessem #

De Medarduskerk van Wessem werd aan het einde van de Tweede Wereldoorlog nagenoeg volledig verwoest. In 1948 werd er oudheidkundig onderzoek gedaan. Daarbij vond men tussen het puin van de kerktoren een Romeins reliëf van een staande, persoon met mandje. Het zandstenen beeldwerk kreeg al snel de naam: de Venus van Wessem. De Romeinse Venus was de godin van de liefde, vergelijkbaar met de Griekse Aphrodite en de Germaanse godin Freya.

Votief #

Waarschijnlijk gaat het om een zogenaamd votiefreliëf, een beeldhouwwerk waarmee een godin vereerd werd of werd bedankt voor een verkregen gunst. Vaak stond er een standaard tekst bij: V.S.L.M. Dat is een verkorte weergave van Votum solvit libens merito (Heeft zijn gelofte ingelost, gaarne en met reden).

Het reliëf #

De voorzijde van het reliëf toont een staande vrouwenfiguur met een kleed, dat over de opgeheven linkerarm omlaag valt, en slechts het onderste gedeelte van het lichaam bedekt. Haar rechterbeen is iets vooruit geplaatst en naast haar linkervoet staat een mand met vruchten. De vruchten duiden erop dat het een vruchtbaarheid of voorspoed brengende godin is, een godin die overvloed moest brengen. Er is geopperd dat het bij de Venus van Wessem gaat om de godin Fortuna. Zij is de godin van toeval, geluk en kansen. Ze werd echter meestal afgebeeld met vleugels. Ook droeg ze gewoonlijk in haar rechterhand een roer, want zij gaf een richting aan het menselijk bestaan. Aan haar voeten lag vaak een roer en een rad, het “rad van fortuin”. In haar linkerarm droeg ze de cornucopia, de “hoorn van overvloed”. Deze attributen ontbreken bij het reliëf uit Wessem.

Nehelennia #

Het mandje met vruchten duidt eerder op de godin Nehelennia. Zij was vermoedelijk een Keltische voorspoeds- en moedergodin, die tot in de Romeinse tijd van de Rijn tot aan de Noordzee vereerd werd door reizigers en handelaars.

Zij werd meestal afgebeeld met vruchten, vooral appels op haar schoot en een mand vruchten naast haar, die vruchtbaarheid of vergankelijkheid symboliseerden. De overvloed aan vruchten (appels) in een mand vertegenwoordigde ook de welvaart, die zij, naar men hoopte, zou schenken aan haar vereerders. Vaak stond rechts van haar een hond, doorgaans geïnterpreteerd als symbool van trouw.

Voorspoed #

Het reliëf van Wessem is slechts een fragment waardoor verdere aanwijzingen ontbreken. Er is daarom geen uitsluitsel om welke godin het gaat. Ook over de herkomst van het beeldwerk is niets bekend. We weten daarom ook niet of het reliëf ooit in de Romeinse tijd in Wessem een plek had, of van elders afkomstig was. De godin heeft Wessem wel voorspoed gebracht. Het groeide in de Middeleeuwen uit tot een belangrijk handelsplaats met stadrechten.