Wegenaanleg in het Maasland #
Op de westelijke oever van de Maas legden de Romeinen een weg aan van Tongeren naar Nijmegen. Die zijn we de Via Mosae gaan noemen. De weg doorkruiste ook de Belgische grensplaats Kessenich.
Weg- en waterwegen #
Het huidige Nederland en België maakten deel uit van het (West-)Romeinse Rijk van 57 voor Chr. tot ca. 400 na Chr.. In het Maasland gebruikte men in die tijd hoofdzakelijk de Maas en haar rivierarmen als transportroute. Verharde wegen waren daardoor aanvankelijk minder noodzakelijk. In latere tijd werden ze echter belangrijk voor het verplaatsen van soldaten vanwege de dreiging van de Germanen.
De Via Mosae #
De Romeinen waren echte wegenbouwers. Alle plaatsen in het Rijk werden met elkaar verbonden door een uitgebreid netwerk van wegen. Ze staan aangegeven op de Peutingerkaart, een kaart met wegen en plaatsen uit de Romeinse tijd. Een van die wegen liep van Tongeren naar Nijmegen.
Droge voeten #
De Romeinse ingenieurs kozen bij de aanleg van die weg voor een tracé dat nauwgezet de grens volgde tussen de hoger gelegen dekzand/kleigebieden en de visrijke rivier met de vruchtbare uiterwaarden. Bij hoogwater hield men daardoor droge voeten. Vanwege die goede ligging bleef het tracé van de Via Mosae tot in de 19e eeuw in gebruik als doorgaande route.
Halteplaatsen #
Langs de Via Mosae lagen halteplaatsen of stationes, zoals Fresne (Dilsen-Stokkem), Catualium (Heel) en Blariacum Blerick). Langs de weg stonden mijlpalen die de onderlinge afstanden aangaven
In Kessenich liep de Via Mosae ten oosten van de huidige Venlosesteenweg.
Kessenich #
Verscheidene vondsten tonen aan dat Kessenich in de Romeinse tijd bewoond werd.
Mogelijk was er in Kessenich al in de Romeinse tijd een versterking of castellum.
Vlak bij het tracé van de Heerbaan werd in 1869 een Romeinse begraafplaats ontdekt met 73 brandgraven uit de 2de eeuw na Christus. (Bij Hees)
Vijverbroek #
Tussen Kessenich en Thorn ligt het natuurgebied Vijverbroek, een laagte die in oude tijden geregeld volstroomde als de Maas buiten haar oevers trad. Daar werden in 1851 verschillende Romeinse munten gevonden, en een kleine bronzen beeltenis van Constantijn de Grote.